Griekenland 2012

Dag 10 & 11

Budva -Ioanina
488 Km

Albanië...
Zo'n land waar je vroeger op school van leerde dat het onder een zware dictatuur leefde, dat de mensen er straatarm waren, voor kleingeld je keel zouden oversnijden. Op foto's zag je enkel armluizig uitziende mensen op een ezel zittend. De wegen zouden niet meer dan paden zijn. Waar lijfeigenen nog aktueel waren. En daar zou ik vandaag naartoe trekken.
Ondertussen is er veel veranderd in dit land. Zoveel is zeker. Maar een aantal dingen zijn toch nog gelijk gebleven denk ik.

Eerst moesten er nog een 75 km Montenegro afgelegd worden. Ondanks de GPS lukte dat perfect. Ik zeg wel ondanks, want waar die me elke keer weer wilde insturen...

Vlak voor de grens zijn er immense wegenwerken bezig. Eén grote bouwwerf, kilometers lang met hier en daar, heel af en toe een ploegje werkers. Het is te zeggen, mensen die vermoedelijk betaald worden om de borduurs niet vast te zEtten, maar vat te zItten :-). Maar ze zullen ofwel erg hun best doen ofwel erg vriendelijk zijn want ik zag ze ook koffie aangeboden krijgen door omwonenden. Maar kom, het was best wel te doen als je de plaatsen met te losse kiezel niet meetelde. Aan de grens een file. Net op het moment dat het zonnetje aardig scheen. En dus begon het motopak al snel op een sauna te lijken.

Tot een douanebeambte me duidelijk maakte dat ik ook de doorgang van de voetgangers en fietsers mocht gebruiken :-). Een lekkere koele gang waar niemand stond en ik dus snel geholpen werd. Je moet het maar weten...

En toen was ik in Albanië. De eerste kilometers was het nog mooi asfalt. Allé, toch redelijk mooi. Iedereen die erg vriendelijk keek, wuivende kinderen en erg mooie vergezichten over de velden en moerassen met op de achtergrond de bergen. In Shkoder rij ik, op aanraden van een Duitser waar ik even mee gepraat had, de stad in om geld te wisselen. Die Duitser was motard en werkte in Tirana. Hij had me ook de raad gegeven in Montenegro vol te tanken omdat de Albanezen hun benzine al eens durven 'verdunnen'.

In Shkoder op het eerste ronde punt wist ik niet wat me overkwam. Een massa volk dat tussen auto's, bussen, paardenkarren en muilezels hun weg zocht. Busjes stopten in het midden van dat ronde punt om mensen in en uit te laten stappen. Ogen te kort om hier tussen te manoeuvreren met de zwaar beladen moto. De camera opzetten? Hier durf ik mijn stuur geen seconde los te laten :-).

Maar het lukt me de weg naar het centrum in te slaan en op zoek te gaan naar een bank. Op een zaterdag!!! Bij drie banken worden mijn kaarten niet aanvaard. Gelukkig is er één bank open en kan ik er €uro's wisselen tegen Lek's.
De waarschuwingen die we hier krijgen voor het afhalen van geld uit een automaat, zijn ginder niet bekend geloof ik. Terwijl ik in een rij stond aan te schuiven was er één man die de kaarten aannam en de verrichtingen deed voor de eerstvolgende in de rij. Met ingave van bedrag én geheime pincode :-)
Toen het mijn beurt was was hij zelfs een beetje verontwaardigd dat ik dat zelf wilde doen. En toen dat niet werkte zag ik aan zijn lachje dat hij dacht dat het kwam omdat ik hem zijn werk niet liet doen. Oh ja, er staat aan zo'n automaat niet één rij, maar twee. Een lange met alleen maar mannen en daarnaast een hele korte voor de vrouwen. Die rij zal nooit lang worden, want vrouwen komen steeds eerst aan de beurt.

Maar kom, uiteindelijk had ik wat geld en kon proberen de stad uit te geraken. Gewoon laten merken dat je niet bang bent van een auto helpt je om je een baan te maken. Ook fietsers en voetgangers doen dat zo. Een rond punt tegen de rijrichting oprijden onder de ogen van een politieman is geen enkel probleem. Als je even ondergedompeld bent in de situatie, wordt het wel lollig om mee te maken eigenlijk. Bij dat eerste ronde punt waar minder dan een uur geleden de grootste opstopping was, was nu niets meer te zien. Begrijpe wie kan...
Daarna was het eigenlijk een saaie bedoening. Een kaarsrechte weg richting Tirana. De enige spanning kwam er van de echt wel regelmatige politiecontroles. Gelukkig dragen ze allemaal zo'n fluo vestje. En op die momenten kort links achter een auto rijden helpt ook om ze geen kans te geven je van de weg te "plukken".

Tot Tirana zou ik de hoofdweg volgen om daarna linksaf de bergen in te trekken. Maar toen moest de miserie nog beginnen. Een 40-tal kilometer voor de stad begint het deftig te regenen en beslis ik mijn regenpak aan te trekken. Ik had al een hele tijd in de gaten dat het weer links van me er echt niet goed uitzag en dus zou dat regenpak verder ook nog wel nodig zijn dacht ik.
Gelukkig stond ik onder een afdak van een benzinepomp. Waar ze vandaan kwamen weet ik niet, maar plots een man of zeven rond mij die de moto en mij ook een beetje van alle kanten keurden. Gelijk ook naar de prijs vroegen, maar daar antwoord ik al niet meer op. Gewoon blazen is voldoende als antwoord :-) Tegelijk denk ik aan die oude schoolverhalen over messen, kleingeld en 'kelen'. Maar eerlijk waar, de mensen zijn allemaal even vriendelijk en blijven zelfs op een beleefde afstand.

Eens het pak aan, rij ik verder. Maar toen moest de miserie nog beginnen...

Geen honderd meter ben ik aan het rijden, of de hemelsluizen gaan pas echt open. Bakken water reduceren het zicht tot zo goed als nul. De auto's en vrachtwagens lijken het niet door te hebben en razen maar verder. Als er 80 op een bord staat rij je minimum 80, zo simpel is dat voor die Albanezen.
Gelukkig zijn op deze weg de benzinestations erg dik gezaaid en amper 2 kilometer verder stuur ik de moto door een plas van jewelste alweer een parking op. Eigenlijk is het een afgedankt bezinestation, maar het afdak staat er nog. Op sommige plaatsen gutst het water er doorheen, maar ik sta toch veilig en droog.
Even later stoppen er nog vier motards uit Macedonië. Zij zijn op weg naar een big biker party in Tirana. Ik sla de uitnodiging om met hen mee te gaan wijselijk en vriendelijk af :-)

Een van hen heeft een deftig regenpak aan. Een tweede heeft een pak dat zijn beste tijd al gehad heeft en met plakband aaneen hangt. De twee laatsten hebben gewoon gaten in vuilniszakken gemaakt en al dat plastic met tape goed vastgebonden waar het maar kon. (Ik geloof dat er modeontwerpers zijn die hiermee furore zouden maken) Iedereen heeft zijn voeten in plastic tassen verpakt. Ervaren rotten zeg maar :-). Ik vraag hen of ze nog tape overhebben, want ook mijn pak heeft zijn beste tijd achter de rug en is aan het rechterbeen helemaal opengescheurd.
Even later staat een van die 'zwaar' gasten met tape mijn been te omwikkelen :-).

Terwijl ik blijf wachten op minder regen vertrekken die mannen toch maar. De lonk van de party overheerste denk ik. :-) En die gingen in tentjes slapen!!! Al zullen ze daar op dat moment geen last hebben van de omgeving vermoed ik...

Na nog een hele tijd wachten vermindert de bui en is het gevaarlijkste water van de baan gespoeld. Ik ben al redelijk wat tijd verloren en spring de moto op voor het vervolg. Maar... toen moest de miserie nog beginnen...
Alweer amper 500 meter ver begint het opnieuw van die erg dikke druppels te regenen en hoor en zie ik de donder en bliksemflits zowat gelijktijdig. "Weg", denk ik en opnieuw vind ik onmiddellijk een schuilplaats bij... een benzinestation. Daar staat en jonge Duitse motard en we geraken aan de praat. In het begin met de helm op, maar het weer blijft hetzelfde en even later zijn helm en handschoenen al uit.
Ik weet niet meer exact hoe lang, maar we hebben er heel lang gestaan. Toen de koffiebar openging zijn we maar een koffie gaan drinken. De ganse tijd is er van de bergen gewoon niets meer te zien. Regenvlagen brengen het zicht tot zo goed als nul. Op de weg blijven auto's mekaar inhalen en meer dan eens denk ik getuige te zullen zijn van een frontale aanrijding.
Triporteurs met een gast in joggingtrui, zonder helm noch bril blijven rijden. Dit moet je gezien hebben om te geloven. Vrachtwagens gooien plassen water drie meter hoog en vele meters ver weg. Als je daar met je moto door moet is het gokken of je het haalt. Dus wachten we maar.
Uiteindelijk beslis ik mijn koers te verleggen naar de kust. eerst naar Durres en dan langs de kust Zuidelijker naar Griekenland. Een Albanees in de bar die gebrekkig Duits kent verwittigd me dat er twee wegen zijn. Een lange en goede en een korte en archi-slechte. Ik denk dat ik hem begrepen heb, maar zal later moeten vaststellen dat mijn keuze toch verkeerd was. Zodra het weer even beter werd startten we onze moto's. De Duitser probeert in Tirana 30 km verder en vermoedelijk in chaos na deze zondvloed, onderdak te vinden en ik ga na een paar kilometer rechtsaf richting kust. Even later rij ik over een kurkdroge weg...
Maar in de verte zie ik de zwarte wolken en de regenbuien steeds verder richting kust opschuiven. Dit wordt een race tegen de tijd n vooral tegen de wolken. Met een rotvaart gaat het verder over wat een autosnelweg zou moeten zijn. Aan de nummering te zien dan toch. Eigenlijk is het een viervaksbaan die ten allen tijde (en vooral zonder signalisatie) kan veranderen in een tweevaksweg, regelmatig onaangekondigd een rond punt vertoont en ook op geregelde afstand politiecontroles heeft.
Soms is het asfalt een biljart, dikwijls weliswaar een noppenbiljart en nog vaker een schoolvoorbeeld van wat er gebeurt als je verkeerde grondstoffen gebruikt bij de wegenbouw. Het is dikwijls slalommen tussen echt diepe putten, terwijl je moet opletten of er niemand je op dat moment probeert te verschalken en langs onverwachte zijde voorbij probeert te steken. Denk er dan ook nog de grazende koeien in de berm, de schaapherder met een kudde die hij uit dezelfde berm probeert te houden en de soms aanwezige middenberm in de vorm van een geul van 50 cm breed en vaak even diep bij, en je beseft dat het daar op een rustige dag al een inspanning vergt. En dan vergeet ik de drachtige ezels, de overstekende kinderen en paardenkarren nog. Want die lopen ook op die "snelweg". Maar met de dreiging van die wolken moet er ook nog tempo gemaakt worden. denken ze blijkbaar allemaal. Het was dus spannend zal ik maar zeggen.
Maar toen moest de miserie nog beginnen...

In Fier volg ik de bepijling (die er voor één keer wél is) naar Gjirokaster. Dat was dus de weg waarvoor ik gewaarschuwd was. Eerst lijkt het een gewone bochtige weg die in de heuvels op en neer slingert. Door armoedige dorpjes trekt. Waar vrachtwagens de ganse tijd het verkeer ophouden (het is nog altijd zaterdag!). Maar het asfalt is goed en die vrachtwagens haal je met de moto nog redelijk snel in. Al doen de auto's ook wel hun best wat inhalen betreft. Dat er daar niet in elke bocht een wrak ligt snap ik nog altijd niet.
In de dorpen spelen kinderen op straat, steken ouderlingen op hun gemak en liefst diagonaal de straat over. Auto's en bussen stoppen te pas en te onpas (vooral dat laatste ) om mensen in en uit te laten stappen of een babbel te maken met iemand.
Regelmatig zie ik een slachter bezig in de open lucht onder een eenvoudig afdak om een geit of kalf te verwerken. Als het regent gaat het vlees alleen maar meer glinsteren :-).

En regenen doet het. Gelukkig niet de ganse tijd en ook niet keihard. Ik blijf rijden. maar op sommige plaatsen is het echt wel duidelijk dat de zondvloed net voordien gepasseerd is. Losse stenen en vettige aarde is over de weg gespoeld en maakt hem alleen maar gevaarlijker. Regelmatig zie ik mensen in groep en druk pratend langs de weg naar riviertjes kijken. Het water is grijs en bruin van de meegespoelde aarde.

Nog meer dan 100 km heb ik te gaan over deze weg. Het is al vier uur voorbij en de dreiging van pikzwarte wolken blijft aanwezig. Een hotel zie ik niet. Restotje's genoeg, maar daar staat mijn hoofd niet naar. Behalve die koffie met de Duitser en een koffie net voor de grens heb ik vandaag nog niets gehad. Nochtans voel ik geen honger. Alleen maar de "angst" in dit gebied door die regen overvallen te worden.

Regelmatig is er geen asfalt meer te bekennen en moet er op grindwegen een pad gezocht worden tussen de putten. Putten die vol vuil water staan en waarvan je de diepte niet kan inschatten. Of niet ziet wat erin ligt. Slalommen dus. Het gewicht van moto en bagage wordt voor het eerst duidelijk voelbaar. Maar kom, het lukt wel en ik blijf de regen voor.

Ergens halfweg op zo'n stuk slechte weg, kom ik een Fransman tegen met een mobil-home. Hij gebaart met zijn hand dat het niet te doen is die weg en ik denk;"Wacht maar tot je het vervolg ziet!". Wist ik veel...
Die gast had het slechte gedeelte dus al achter de rug. Nu was het niet alleen de putten ontwijken, maar vooral een spoor zoeken waar je rechtop kon blijven. Dikwijls helemaal links van de weg. Als er dan tegenliggers kwamen was het zaak opnieuw aan de rechtse kant te geraken. En dat op een weg met minstens twee cm vettig slijk. Met je wiel op een schuinte terechtkomen was genoeg om onderuit te gaan. Dikwijls dacht ik aan de wegen van Paris-Roubaix, maar waar ze dan in de kasseistroken ook nog eens de helft van de kasseien verwijderen...
Echt schrik heb ik niet gehad, maar vaak dacht ik toch aan waar ik aan begonnen was. Al was het elke keer een echt goed gevoel als je weer zo'n stuk overwonnen had en dan plots op een halve landingsbaan verder kon rijden. Subsidies denk ik :-)).

Tot de volgende onderbreking er weer aankwam. Af en toe ben ik gewoon even gestopt om te kijken waar het beste spoor liep of om mijn armen en benen de kans te geven wat te rusten. Alleen moet je uitkijken waar je stopt, want de andere weggebruikers maakt het niet uit als ze een plas over je heen "dretsen" :-)). Terwijl ik het nu schrijf moet ik er eigenlijk wel mee lachen. Maar op het moment zelf was dat eerder groen.
Nu had ik mijn werk met het sturen en dus minder kans van de omgeving te genieten. Toch viel de schoonheid me op. Ik kom hier nog terug en wil vooral die bergen ooit inrijden. Die zouden pas indrukwekkend zijn.

Net voor Gjirokaster zie ik nog een politieman bijna uit zijn schoenen gereden worden door een laagvliegende BMW. Zijn teken om te stoppen werd gewoon genegeerd en zijn reactie lijkt zoiets van "Allé, vooruit dan maar" :-)
Zelf durf ik die truuk niet uithalen als er een hele ploeg me net voor Gjirokaster staande houdt. Een ploeg anti-banditisme met maskers machinegeweren en kogelvrije vesten. Ze zijn niet echt vriendelijk in het begin. Tot ze de GPS opmerken en daar alles over willen weten. Daarna ook nog info over de moto willen. Hier geef ik maar een normaal antwoord. Blazen zou misschien niet zo goed zijn. Maar ik mag verder en zie zelfs een mooie regenboog verschijnen aan het einde van de weg.

Het is bijna zeven uur als ik bij de Griekse grens kom. Nog 60 km en ik kan een hotel zoeken in Ioannina. Die laatste kilometers lopen over een echte boulevard (alweer subsidies vermoed ik). Doodmoe en uitgehongerd (nu pas voel ik dat ik van de ganse dag niets gegeten heb) arriveer ik in een oud hotel in het centrum van de stad.

Hotel waar ik twee nachten zal blijven, want vanmorgen wakker worden met een onweer was er teveel aan. Nu de moto maar even laten staan denk ik en draai me om.
De ganse voormiddag regende het en kon ik eigenlijk niet anders dan op de kamer blijven. Tijd om verslagen te schrijven en een wasje te doen dus.

Gelukkig klaarde het tegen de middag op zodat ik toch de stad in kon. Al was het maar om iets te gaan eten. Alle winkels zijn dicht op zondag en dus is er echt niet veel te beleven. Tot in de buurt van de oude stadsomwalling. Daar zijn massa's snackbars en "Estatorio's". Eetgelegenheden dus. Het is er druk en van een Griekse crisis is niet veel te merken op het eerste zicht. Iedereen bestelt overvloedig spijs en drank. Al denk ik dat schijn bedriegt. Ik zie ook heel veelmensen die maar een pita Souvlaki bestellen met een colaatje. Dat is echt wel het goedkoopste dat je kan krijgen.
Het wordt gezelllig warm in een flauw zonnetje en ik installeer me op een terras. Bediening in vlekkeloos Engels en Duits. Al probeer ik mijn Grieks opnieuw te gebruiken. Ik krijg wel een compliment voor de uitspraak, maar voel toch dat ik echt veel vergeten ben op die 8 jaren tijd. Misschien betert het nog wel :-)
Het eten is lekker, maar teveel. Grieken eten nooit alleen en schotels worden steeds gedeeld. Dus als je in je eentje uit eten gaat en een beetje afwisseling wil, heb je teveel. Maar ik doe mijn best en zoveel moet er niet terug naar de keuken. :-) Het is eigenlijk raar, want de dagen dat ik op de moto zit eet ik bijna niet. OK, wel een ontbijt meestal, maar op de middag niets en 's avonds eerder weinig, want te moe. Dus mogen de rustdagen wat beter gevuld worden neem ik aan :-)
Na het eten wandel ik rustig en op goed geluk terug naar het hotel. Daar aangekomen begint het opnieuw te regenen. De dag is voor de rest om zeep. Maar ik kan slaap inhalen en een beetje was doen...



Dag 1 tot 3 Dag 4 Dag 5 & 6 Dag 7 Dag 8 Dag 9 Dag 10 & 11 Dag 12 & 13 Dag 14 Dag 15
Dag 16 Dag 17 Dag 18 Dag 19 & 20 Dag 21 Dag 22 & 23 Dag 24 Dag 25 Dag 26 Foto's